Variatie uit Rusland
Plant bestand tegen kou en vorst
De Mantsjoerijse kers (Prunus maackii) is een boom, die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Franz Joseph Ruprecht in 1857.
De Mantsjoerijse kers (Prunus maackii) is een boom, die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Franz Joseph Ruprecht in 1857.
De Mantsjoerijse kers groeit tot een hoogte van 15 meter, lokaal tot 18 meter. De schors van de soort is geel, oranjegeel of grijsachtig en doet qua structuur herinneren aan een berk. De bladeren zijn elliptisch tot ovaal en 5 tot 13 cm lang. Aan de basis is het blad afgerond en enigszins hartvormig. De bovenzijde van de bladeren zijn donkergroen. De onderzijde van de bladeren zijn lichtgroen en bevatten vooral in jonge bladeren vele harsachtige klieren, waardoor deze zeer kleverig zijn. De bloemen zijn klein en wit en staan in samengestelde trossen van ca. 5 cm lang. Bloeit doorgaans tussen eind mei en begin juni. De vruchten zijn klein, eerst groen, en kleuren vervolgens rood. Later verkrijgen deze een zwart of donkerpaars gekleurd sap met een zeer bittere smaak. Ze rijpen in augustus en blijven tot begin september. De vruchten worden vooral gegeten door vogels en beren, waardoor de lokale bevolking in het Russische Verre Oosten de soort berenkers noemt. De vrucht is gebruikt bij de vervaardiging van sap, gelei en jam.Datasheet